te vissen
staan ze
dagelijks
op de brug
te vissen naar
degenen die op de rand staan
van donker en licht
die met ijle schreden
nauwelijks de aarde raken
tussen water en lucht
die uitgedund van teleurstelling
hongerig naar verlossing
al over de leuning bollen
op de geringste zucht
tegenwind
ongelovigen die wankelen
op de scherpste zinsnede
“nooit meer verdriet”
het aas
op een bord
een uitnodigende maaltijd
die bij gedachtenproeve
alleen in de smaak
valt
van hoofden waarin hersenen wurmend van pijn
een uitweg zoeken
zíj happen toe
slikken achteloos met het brood
langs nietsvermoedende adamsappel
het haakje
dat hun gedachtenfilter doorboort
de vissers likken hun lippen
deppen iedere druppel zeerzweem weg met oude witpapieren
servetten
serveren hen met ommantelende arm af
positioneren zich liefdeloos voor de volgenden
“nooit meer verdriet”
het is ongelogen
als je hersens eenmaal door de spoelkeuken zijn
15-11-2018, Bergerbrug Alkmaar